Verslag VVD Verantwoordingsdag

VVD Verantwoordingsdag 1 juni 2019

Waar op Prinsjesdag vooruit wordt gekeken, wordt op Verantwoordingsdag teruggekeken op de beleidsresultaten van het kabinet. Op deze derde woensdag in mei leggen ministeries verantwoording af over de financiën en het gevoerde beleid van het vorige jaar. Het kabinet presenteert verder op Verantwoordingsdag het Financieel Jaarverslag van het Rijk en het Rijksjaarverslag (jaarverslagen van alle ministeries).

De Algemene Rekenkamer was ook dit jaar erg kritisch op de minister van Financiën: alle extra miljarden van het kabinet leidden het afgelopen jaar nog niet tot veel zichtbare resultaten. President Arno Visser van de Algemene Rekenkamer heeft tijdens de VVD Verantwoordingsdag uitleg gegeven bij het oordeel van de Algemene Rekenkamer.

Visser stond in zijn keynote speech in het bijzonder stil bij het lerend vermogen van de politiek. De politiek zou meer aandacht moeten hebben voor de effectiviteit van het beleid en de daarbij behorende doelstellingen. Extra middelen beschikbaar stellen, resulteert niet per definitie in een snel en doelmatig resultaat. Het helpt daarbij om kritisch te zijn naar de eigen goede bedoelingen. Durven terugkijken op de eigen politieke doelstellingen en de gekozen beleidsinstrumenten is cruciaal in de verantwoording. Hiernaast stond Visser stil bij het belang van uniformering van definities. Maatwerk in beleid is nodig op decentraal niveau. Randvoorwaardelijk daarbij is om eenduidige omgang met begrippen zodat vergelijking tussen (lokale) overheden mogelijk is.

Na de keynote speech van Visser, zijn de aanwezigen uiteengegaan in verschillende deelsessies. Per deelsessie zal kort worden beschreven wat daarin is besproken.

Workshop methode Duisenberg in de praktijk (Roald van der Linde, Kamerlid Tweede Kamer)

De methode Duisenberg gaat in op basale concepten, zoals hoe verantwoording afgelegd kan worden. Verder staat de methode stil bij het nut en noodzaak van verantwoording en de resultaten die uit de verantwoording zouden moeten komen. Het gaat dan vooral over op welke manier gerapporteerd wordt. Verantwoording werkt zowel preventief als repressief. Dat betekent dat dat verantwoording meer is dan alleen terugkijken. Leren van het verleden, helpt ook om mogelijke fouten in het heden en de toekomst te voorkomen. De aanwezigen delen dat dat methode inhoudelijk goed is, maar zetten hun vraagtekens bij of deze methode nu ook breed gebruikt wordt. Mensen moeten ook willen verantwoorden en dat vraagt om een cultuurverandering waarin we allemaal verantwoording van belang vinden.

Grip op sociaal domein vanuit verantwoordingsperspectief (Anton Revenboer, partner BDO Advisory)

De beheersbaarheid en control van kosten in het sociaal domein stond tijdens deze sessie centraal. Naast de harde financiële verantwoording, worden soft controls steeds belangrijker. De harde en zachte kant van de verantwoording gaan hand in had. Om tot een hoger kostenbewustzijn te komen, is een vaak een andere aanpak en cultuur nodig. In publieke organisaties is het daarom om continu het gesprek te voeren over de meetbaarheid van de doelen die we willen bereiken en welke risico’s deze doelen mogelijk in de weg staan.

De Rekenkamercommissie (Dolf Kamermans, voorzitter Rekenkamercommissie)

Tijdens deze sessie is ingegaan op de rol van een lokale rekenkamer. De meerwaarde van een lokale rekenkamer ligt bij de beleidstoetsing volgens 3 punten: zinnig, zuinig en zuiver. Bij elk nieuw beleid zou de raad hierbij stil moeten zijn. Een lokale rekenkamer is het meest effectief als de aanbevelingen langs deze drieslag worden geformuleerd en als de aanbevelingen voldoende concreet zijn om meteen te implementeren.

Tot slot: verantwoording is goed, maar politieke urgentie beter.

Het staat buiten kijf dat verantwoording van publieke middelen van belang is. Toch merken we dat de praktijk weerbarstiger is en verantwoording lastig kan zijn in een politieke organisatie. Geld is macht in de politiek. Dat betekent dat politici misschien meer belang hechten aan begroten in plaats van aan verantwoording en het systeem daarvan. Daarom zouden we juist moeten nadenken over de beleidsdoelstellingen en de meetbaarheid. Wanneer doelstellingen (eenvoudig) meetbaar zijn, worden ze afrekenbaar. De politiek maakt hier stappen in, maar is nog een hele weg te bewandelen. We moeten scherper worden op de verantwoording voor de middenklassen. Mogelijk helpen ‘soft controls’ hier ook bij. Kijkend naar de zachte parameters kan het veel zeggen over het in control zijn van de organisatie. In onze financieel gestuurde politieke wereld is het daarnaast verstandiger om niet al te veel financiële parameters op te nemen. Uniforme verslaggeving en definities zijn daarbij ook cruciaal zodat we ook echt kunnen leren van bestaand beleid. Maar uiteindelijk slaagt verantwoording voornamelijk bij voldoende politieke urgentie.